In dit interview vertelt Trudy over haar rol als kleuterleerkracht en mede-initiatiefnemer van de Waldorf School Amersfoort. Ze leeft haar werk — letterlijk. In haar kleine witte huisje aan de bosrand begint elke dag met stilte, ritme en zorg. Haar visie op kleuteronderwijs is geworteld in jarenlange ervaring, maar altijd fris, mensgericht en hoopvol. Wie haar hoort praten, wéét: dit is een plek waar je kind welkom is zoals het is.
Vind je dit een leuk artikel? Deel het met anderen.
Om vijf uur ’s ochtends is het stil op de Veluwe. Dan is Trudy al wakker. Ze steekt dan haar houtkachel aan, zet koffie — meestal haar enige van de dag — en groet haar poezen, haar schapen, de planten en oude eikenbomen in de tuin. Trudy woont in een klein wit huisje aan de rand van een dorp, waar alles ademt: eenvoud, zorg en ritme. Vaak staat er een pan soep te pruttelen. Iedereen mag mee-eten. Haar kleinkinderen noemen haar liefkozend oma kabouter — en ja, ze draagt rode klompen.
Trudy is een ervaren kleuterjuf, met een groot hart voor kleine mensen. Ze weet wat werkt, wat klopt en wat nodig is. Niet omdat het in een boekje staat natuurlijk. “Je moet je eerst alles eigen hebben gemaakt, bestudeerd hebben, voordat je een dag neer kan zetten in de kleuterklas. Elke dag vragen: is mijn handelen nog waarachtig?”
Waarom bouw jij mee aan Waldorf School Amersfoort?
“Het is bijna alsof deze school zich aandiende. Op een dag werd mij de vraag gesteld: ‘Je loopt tegen diverse zaken aan hier, wat is het dat je eigenlijk wilt?’. En toen wist ik: ik wil een nieuwe school starten. En dat zeg ik niet lichtvoetig hoor, dat heeft heel wat in mijn systeem teweeg gebracht. Maar ik wist: dit is precies waar ik nog één keer vol voor wil gaan.”
“Wat me aanspreekt, is dat deze school vanaf de wortel pedagogisch doordacht is. Alles begint met de vraag: wat heeft een kind echt nodig? Niet vanuit druk of protocollen, maar vanuit menskunde. Vanuit de fase waarin het kind zich bevindt. Het is een school waar we samen — als collega’s, ouders, mensen — iets betekenisvols bouwen. Geen haastwerk, geen compromissen, maar zorgvuldigheid. En ook: rust. Deze school is geen reactie op onrust, maar een antwoord op een verlangen. Naar eenvoud, naar echte aandacht. We hebben de luxe dat we met een schone lei beginnen — en dat voel je in alles.”
Wat maakt Waldorfonderwijs voor jou waardevol?
“Het is een onderwijsvisie waarin je het kind écht als geheel ziet. Niet alleen als hoofd dat moet leren, maar als volledig mens dat groeit met lijf, hart, handen en ziel. Alles is verbonden: het ritme van de dag, de materialen, het seizoen, de verhalen. Dat geeft bedding. En zingeving. Ik ben ooit zelf in contact gekomen met de Vrije School omdat we een school zochten voor onze oudste dochter. Toen ik daar binnen stapte kreeg ik de ervaring van een warm bad. Tijdens het bestuderen en studeren van het werk van Steiner voelde ik op de eerste plaats verwondering ( daar heb je het woord weer ) dat alles opgeschreven was wat ik in me meedroeg als een groot weten en wat ik ervaarde in het dagelijkse leven. De kennis en wetenschap heb ik eigen gemaakt en verbonden met mijn dagelijkse zijn.”
“Wat ik altijd zo bijzonder vind, is hoe snel kinderen thuisraken in die wereld. Hoe snel ze tot rust komen. Ze wéten vaak zelf wat goed is voor hen. Ze hunkeren naar ritme, naar warmte, naar een omgeving waarin niet alles al ‘af’ is. Waldorfonderwijs geeft die ruimte.”
“Vooral in de kleutertijd is dat essentieel. Die eerste zeven jaar zijn de wortels van je leven. Wat je daar ontvangt aan vertrouwen, vrijheid en veiligheid, draag je je hele leven mee. Ik heb het zó vaak gezien: kinderen die met gespannen schouders binnenkomen, en na een paar weken weer durven ademen. Spelen. Lachen.”
Kun je iets vertellen over het ritme van de dag?
“Zeker. De dag heeft een vaste structuur die voor de kinderen als een ademhaling voelt: in- en uit, spanning en ontspanning. We beginnen samen in de kring. Met liedjes, versjes, beweging, een verhaal. Dat geeft verbinding en gronding. Daarna is er werk. Niet ‘werk’ als in toetsen en opdrachten, maar handenwerk: schilderen, kneden, bouwen, brood bakken, wol vilten. Kinderen leren met hun hele lijf. Ze worden niet overvraagd, maar wel uitgenodigd. En natuurlijk: elke dag zijn we buiten. In weer en wind. Dan openen alle zintuigen zich. We ruiken de regen, voelen de kou, horen de vogels. Kinderen worden daar weer kind. Ze gaan op in het spel, in de natuur, in het nu. En juist daardoor ontwikkelen ze zich. In de middag is er ruimte voor rust. Vrij spel, voorlezen, iets eenvoudigs samen doen. Je merkt dat de ochtend dan nog nawerkt in hen. Ze herhalen het in hun spel — en dat is misschien wel de diepste vorm van leren.”
Wat hoop je dat kleuters meenemen van hun tijd op school?
“Dat ze zich echt gekend voelen. Niet omdat iemand tegen ze zegt wie ze zijn, maar omdat ze zélf mochten ontdekken wie ze zijn. Dat ze voelen: ik mag hier zijn zoals ik ben, met mijn tempo, mijn stem, mijn vragen en mijn fantasie. Ik hoop dat ze met een open hart en stevige voeten de wereld in stappen. Dat ze nieuwsgierig blijven, verwonderd kunnen kijken, en dat ze leren vertrouwen op hun innerlijk kompas. Niet de buitenwereld die zegt: je moet zus of zo zijn — maar hun eigen weten.”
“En ik hoop dat ze mooie herinneringen meenemen: aan samen zingen, aan hun zelfgebakken brood, aan regenlaarzen en modder, aan een juf die hen zag.”
Wat maakt deze school anders dan andere initiatieven?
“Wat mij raakt, is dat het zo gedragen is. Niet alleen door een team of een bestuurder, maar door een visie. Door een diep vertrouwen in wat onderwijs zou kunnen zijn. We bouwen hier geen schooltje bij. We bouwen een plek waar opvoeden en onderwijzen weer samenvallen. Waar het kind geen ‘object van overdracht’ is, maar een reisgenoot. Er is hier rust. Geen haast. Geen verborgen agenda’s. En ook geen dubbele bodem. We zeggen wat we doen, en we doen wat we zeggen. Dat voel je in alles. En wat voor mij echt bijzonder is: het gaat niet om wat er mis is met het bestaande, maar om wat er mogelijk is als je opnieuw begint. Dat geeft zoveel ruimte.
Wat zou je tegen ouders willen zeggen die twijfelen?
“Kom langs. Kijk om je heen. Voel hoe het ruikt, hoe het klinkt. Een school moet niet alleen goed klinken op papier — je moet het kunnen vóelen. En dan weet je het meestal wel. Stel jezelf de vraag: waar wil ik dat mijn kind de komende jaren elke dag naartoe gaat? Wat wil ik dat het ontvangt? En: wat mag het nog even níet hoeven?
Als je verlangt naar eenvoud, ritme, warmte, verwondering — dan zou ik zeggen: welkom.”
Laat dan je emailadres achter en we sturen je updates over onze reis richting de start van de school in 2027. Alle ups & downs delen we met je. 🙂